Dagboek 
                Evelien Laatste wijziging: 
                16-01-2004
                  
              Zondagochtend 
                19 januari 2003 
                Een arts komt langs met apparatuur om een hartfilmpje te maken. 
                Ik krijg boeien om mijn enkels en polsen. Het lijkt wel of ik 
                een misdadiger ben en geëlektrocuteerd wordt. Gelukkig voelt 
                het niet zo. Sterker nog, ik merkte niks van de daadwerkelijke 
                meting. Het psychologische effect was er echter wel. Er schijnt 
                ook moderner apparatuur te bestaan, die er minder angstaanwekkend 
                uit ziet, maar die was op dat moment niet beschikbaar. De reden 
                voor deze meting was, om te kijken hoeveel medicijnen mijn hart 
                nog kon verdragen. De uitslag was, dat ik van een bepaald medicijn 
                niet nog meer mocht hebben. Maar niet getreurd, er waren nog andere 
                middeltjes, die ze nog niet geprobeerd hadden. Hans had hier toch 
                wel moeite mee. Hij vroeg zich af hoe ver de artsen nog zouden 
                gaan. Hij werd nu toch wel erg ongerust. Ik kom de dag verder 
                redelijk door. Begin wel steeds verder af te zakken. Ben erg moe. 
                 
              's Avonds moet ik heel 
                erg overgeven. Hans probeert nog met bakjes wat op te vangen, 
                maar het is zoveel, dat het hele bed vies wordt. Ik voel me erg 
                hulpeloos. Dit overkomt me gewoon. Kan het niet binnen houden. 
                En naar de wc toe lopen lukt al 2 weken niet meer. Ik word in 
                een ander bed overgelegd.  
                 
                Even later wordt ik weer naar de verloskunde afdeling gereden 
                omdat het erg slecht met mij gaat. Ik lig continu aan het CTG 
                en de verpleegsters monitoren mij en Joep vanuit een andere kamer. 
                Het gaat niet goed met Joep. De artsen zijn ontevreden over de 
                CTG's. Het signaal is steeds vlakker. Hans en ik krijgen het voorgevoel 
                dat het zo niet lang meer kan duren. Hans mag ook hier bij mij 
                blijven slapen. Hij ligt naast mij op een opklapbed.  
                 
                Maandag 20 januari 2003 01:30 uur 
                Joep laat het een paar keer afweten en er vliegt een verpleegster 
                de kamer in. Het is heel naar om te horen, hoe het hartje van 
                Joep even ophoudt met tikken en (te) langzaam weer op gang komt. 
                De arts wordt erbij gehaald. Het besluit is gevallen. Joep moet 
                eruit. Het bericht komt niet onverwachts, maar toch is het schrikken. 
                Ik begin gelijk te hyperventileren. Een verpleegster doet ademhalingsoefeningen 
                met mij. Er wordt een catheter mijn urinebuis ingebracht. Ik vond 
                dat heel eng. Mijn blaas hoor ik leeglopen. Raar, alsof het niet 
                jouw lichaam is die dat doet. Daarna wordt ik naar de operatiekamer 
                gereden. Hans is al die tijd bij me. In de OK gaat Hans even weg. 
                Ik krijg de vraag of ik een ruggeprik wil of niet. Ik vraag aan 
                de anesthesist of hij vindt of ik dat aan kan. Ik zeg, dat ik 
                dat zelf niet meer kan beoordelen. Ik ben zo zwak en zo in paniek. 
                Ik word onder volledige narcose gebracht. Ik weet niet meer of 
                ik dat zelf gezegd heb of niet, maar ik was er wel blij mee. Ik 
                was zo aan het schokken toen ik op de operatietafel gelegd werd 
                en mijn armen opzij moest moest leggen, alsof ik gekruisigd werd. 
                Totale horror. Ik probeerde te schreeuwen om Hans, maar veel kon 
                ik niet meer zeggen. Hans kwam er weer bij en mocht even mijn 
                hand aanraken. Later hoorde ik dat hij even apart was genomen 
                voor wat uitleg en om een operatiejas e.d. aan te doen. 
                Ik lag gekruisigd en kreeg een kapje over mijn mond en neus. Ik 
                moest erin ademen, maar vond het heel eng en probeerde mij te 
                verzetten. Daarna viel ik weg.  
              Maandag 20 
                januari 2003 04:30 uur 
                Ik weet niet meer precies hoe laat ik wakker werd. Maar wel dat 
                ik meteen ontzettend veel pijn had. Zo'n pijn had ik nog nooit 
                gevoeld. Het concentreerde zich op mijn onderbuik. Waar de keizersnee 
                zat. Er kwam een donkere verpleegster naar me toe. Ik kreeg wat 
                morfine, maar het duurde even voordat het zijn werk deed. Ik schreeuwde 
                het uit van de pijn. In mijn ogen was de verpleegkundige erg sjacherijnig. 
                 Ze 
                reageerde nogal kribbig toen ik zei, dat ik nog steeds ontzettende 
                pijn had. Ik vroeg haar of ze haar vak wel leuk vond. Tja.... 
                Hans was er ook. Hij had een polaroid van Joep bij zich. Het was 
                erg onwerkelijk. Ik vroeg telkens weer naar de foto en hoe hij 
                het deed. Hans heeft wel 10 x verteld, dat Joep na de geboorte 
                direct begon te huilen en de dokter onder geplast had. Joep had 
                een Apgar score van 6. Hij ademde in eerste instantie zelf, maar 
                moest na 1 uur toch aan de beademing. Hans is meegeweest met Joep 
                naar de NICU afdeling en is na een uurtje of zo naar mij toegegaan. 
                Toen ik geen pijn meer had, mocht ik met bed en al naar de NICU. 
                Het was zo mooi en tegelijk zo raar en dubbel om Joep daar te 
                zien liggen. Ik mocht hem aanraken. Dat was zo eng. Je wilt niks 
                verkeerds doen. Ik legde mijn hand op Joep zijn hoofd en voelde 
                de straling vanuit mijn lichaam naar hem toegaan. Het was een 
                heerlijk warm gevoel. 
               
                
  |